Pootaardappels planten: praktische tips voor een rijke oogst
Het kiezen van het juiste aardappelras is echt een beetje zoals het kiezen van een goede wijn. Er zijn zoveel verschillende soorten, en elke soort heeft zijn eigen unieke smaak, textuur en groeieigenschappen. Sommige aardappelen zijn beter voor bakken, terwijl andere perfect zijn om te koken of te pureren. Het is belangrijk om te weten wat je wilt voordat je begint met poten. Oh, en had je ooit gedacht dat er zelfs biologische pootaardappels kopen? Ja, echt waar! Deze zijn niet alleen beter voor het milieu, maar vaak ook resistent tegen veel voorkomende ziektes zoals de gevreesde Phytophthora.
Er zijn vroege, middenseizoen en late aardappelrassen. Vroege aardappelen zoals Annabelle BIO zijn geweldig als je snel een oogst wilt. Ze kunnen al in maart/april gepoot worden en zijn klaar om te oogsten in juni/juli. Middenseizoen aardappelen zoals Agria BIO hebben iets langer nodig en kunnen in april worden gepoot om vervolgens in augustus/september geoogst te worden. Late rassen zoals Vitanoire BIO zijn ideaal als je je oogst wilt spreiden tot in de herfst. Ze worden meestal in april/mei gepoot en in oktober/november geoogst. Dus ja, denk goed na over wat je nodig hebt en wanneer je het wilt hebben!
Bereid je moestuin voor
Voorbereiding is alles, zeggen ze wel eens. En dat geldt zeker voor het planten van aardappelen. Je kunt niet zomaar een paar aardappels in de grond stoppen en hopen op een wonder (hoewel dat soms best leuk zou zijn). Het begint allemaal met de grond. Aardappels houden van losse, goed doorlatende grond die rijk is aan compost. Als de grond te compact is, krijgen de knollen niet genoeg ruimte om zich te ontwikkelen, wat resulteert in kleine of misvormde aardappelen.
Een goede tip is om wat compost door de bovenste laag van de grond te werken voordat je gaat planten. Dit zorgt voor extra voedingsstoffen en helpt ook om de bodemstructuur te verbeteren. Mulchen met stro kan ook wonderen doen; het helpt om vocht vast te houden en beschermt jonge planten tegen late vorst. Vergeet niet dat aardappels ook behoorlijke hongerige planten zijn, dus regelmatige bemesting kan geen kwaad.
Plant de aardappels op tijd
Timing is alles bij het planten van aardappels. Als je te vroeg plant, loop je het risico dat de jonge scheuten bevriezen. Te laat planten kan betekenen dat je oogst later komt dan gepland, of erger nog, dat je aardappels worden aangetast door ziektes of plagen voordat ze volledig rijp zijn. Een goede vuistregel is om te beginnen met voorkiemen in maart. Dit houdt in dat je de pootaardappels op een koele, lichte plek legt zodat ze kleine scheutjes vormen voordat je ze daadwerkelijk plant.
Als het eenmaal tijd is om te planten, zorg er dan voor dat je de aardappels op de juiste diepte plant – meestal zo’n 10-15 cm diep. De afstand tussen de planten moet ongeveer 30 cm zijn, met rijen die ongeveer 60 cm uit elkaar liggen. Dit geeft elke plant voldoende ruimte om te groeien en voorkomt concurrentie om water en voedingsstoffen.
Voorkom en bestrijd ziektes
Aardappels kunnen helaas last hebben van verschillende ziektes en plagen. De beruchte Phytophthora, ook wel bekend als aardappelziekte, kan een hele oogst vernietigen als je niet oppast. Gelukkig zijn er manieren om dit te voorkomen of in ieder geval te minimaliseren. Eén manier is door resistente rassen te kiezen. Veel biologische pootaardappels zijn speciaal gekweekt om bestand te zijn tegen deze vervelende ziekte.
Daarnaast is het belangrijk om regelmatig je planten te inspecteren en verdachte symptomen direct aan te pakken. Zie je bijvoorbeeld bruine vlekken op de bladeren? Dat kan een teken zijn van Phytophthora. Verwijder aangetaste delen onmiddellijk en overweeg een biologisch bestrijdingsmiddel als het probleem aanhoudt. En vergeet niet: goede luchtcirculatie helpt ook ziektes te voorkomen, dus zorg ervoor dat je planten niet te dicht op elkaar staan.
Oogst en bewaar je aardappels
Het moment van oogsten is altijd spannend! Maar hoe weet je wanneer het juiste moment is aangebroken? Een goede vuistregel is om te wachten tot het loof begint af te sterven. Dit is meestal een teken dat de knollen hun maximale grootte hebben bereikt. Gebruik een spitvork om voorzichtig rond de plant te graven en haal de aardappels omhoog zonder ze te beschadigen. Lees hier meer over wanneer aardappelen oogsten en andere tips voor een succesvolle oogst.
Nadat je ze hebt geoogst, laat je de aardappels eerst een paar uur drogen op het veld of in een goed geventileerde ruimte. Dit helpt eventuele wonden aan de schil te helen en vermindert het risico op rot tijdens opslag. Bewaar ze vervolgens op een koele, donkere plek – idealiter tussen 4-10°C – en vermijd plastic zakken die vocht vasthouden en rotting kunnen veroorzaken.
Zorg ervoor dat je altijd wat reservezaad overhoudt voor het volgende seizoen. Zo kun je elk jaar opnieuw genieten van je eigen verse, zelfgekweekte aardappels!